REISVERSLAG TWEEDE KOREA REIS, 24- 31 mei 2019
Deel 1
Als alles meezit kom ik precies op tijd op het Centraal station in Amsterdam. Huis opgeruimd, dekbed gewassen, rugzak op, paspoort mee. Alles in orde. 15 minuten in de tram van de Jordaan naar CS. Plotseling stopt de tram. De conductrice komt haar hokje uit. Mensen staan te staren op straat. Er is iets gaande. Politiemannen gebaren. We staan stil voor de achteringang van het koninklijk paleis. Shit. Dit moet niet te lang duren, anders mis ik mijn trein. Ik reis vanaf Amsterdam naar Anne in Belgie, en de dag daarna door naar Zaventem. Een volgende reis dient zich aan. Ik ben de hele week al in een andere dimensie: zweverig, niet geaard, niet gefocussed. Ik laat het maar gebeuren. Het zijn de voortekenen van energetisch werk. De kunst is, weet ik inmiddels, om de dingen niet te forceren, maar te laten ontstaan. Alles is gepland in godelijke ordening. Maar nou moet natuurlijk niet de tram GVD gaan stilstaan om één of ander incident. Plotseling gaat de menigte opzij en komen er drie sjieke auto’s langsrijden. Mijn blik valt op de passagier achter in de eerste auto: Koningin Beatrix. Ze rijdt naar de ingang van het Paleis. OK, Denk ik. De koningin heeft voorrang. De tram komt weer in beweging. Vertrouwen. Alles op de juiste tijd. Ik spring de tram uit, ren naar perron 15. De trein vertrekt enkele minuten later.
De reis naar Korea is begonnen….
REISVERSLAG TWEEDE KOREA REIS
Deel 2, ‘Balancing the opposites’
Zeven jaar geleden vertrok ik samen met Jos naar het noorden van Syrie. We gingen naar de stad Aleppo, omdat we in een opstelling hadden gezien dat zich daar een belangrijk energetisch punt in het Midden Oosten bevindt: een plek van oude kennis die millenia lang verborgen was gehouden. Cruciaal was de keuze tussen aan de ene kant strijd, dualititeit en oorlogszucht en aan de andere kant de Wet van Eenheid: de verbinding tussen alle rassen, religies en volkeren. We deden ons werk (lees: De meesters van Shambhala) en keerden via de grens met Turkije weer terug. Achter ons sloot de grens zich en brak de burgeroorlog uit. Het was het laatste moment dat enig bezoeker Aleppo nog zag, voordat de stad – die meer dan 10.000 jaar geschiedenis herbergt – volledig werd verwoest.
De jaren daarna sloeg de twijfel en wanhoop toe: hadden we ons ‘werk’ wel goed gedaan, of waren we mede oorzaak van de grote destructie? Of maakte onze reis helemaal niet uit? Allemaal illusie en spirituele hoogmoed? Hoe kon het zo mis zijn gegaan? Of ging onze reis om heel iets anders: het vrijmaken van de oude kennis voordat de verwoesting toesloeg? Een ding was ons in ieder geval duidelijk geworden toen we in ons hotel in Hatai zaten, vlak over de grens tussen Syrie en Turkije. De energie die vrij was gekomen uit de oude citadel van Aleppo was zodanig groot en krachtig dat we onmogelijk konden ontkennen dat ons werk nergens over ging. We hadden dit werkelijk serieus te nemen.
De jaren daarna reisde ik steeds vaker over de hele wereld om energetisch werk te doen. Land na land volgde. De eerste maanden van dit jaar reisde ik onder andere naar India en Israel. Beide keren kwam ik in een oorlogssituatie terecht: twee strijdende partijen, twee kanten van een conflict, en beide keren bewoog ik me letterlijk over de grens tussen beide kanten. In India barstte het langlopende conflict tussen Pakistan en India los. In Israel vlogen de bommen en raketten tussen Gaza en israel heen en weer. Tegelijkertijd brak in Europa in de aanloop naar de verkiezingen de strijd los tussen populisten en gematigden partijen. Christenen tegen moslims, Joden tegen moslims, moslims tegen hindoes, etc. De eeuwigdurende zucht naar oorlog, wij-zij, lijkt een monster dat steeds hongeriger wordt. Angst en haat groeien zichtbaar. Vervang het woord ‘moslims’ of ‘vluchtelingen’ voor ‘Joden’ en je weet hoe een dergelijk nationalistisch verhaal afloopt. In Belgie zag ik een verkiezingsleus van Vlaams Blok: ‘EIGEN MENSEN EERST.’ Het deed me denken aan ‘Juden rausch’, of Nie vor zwarten.’
Als Game of Thrones een metafoor is voor onze tijd, dan lijkt de strijd tegen de Nightking – die sommigen associeren met onze strijd tegen klimaatverandering – een peuleschil bij de machtsstrijd die er tussen de koninkrijken onderling woedt. Overal zien we momenteel potentaten en dictators opstaan: sterke mannen die ons wel eens zullen vertellen wat er nodig is en ons zullen bevrijden van het kwaad. Want dat kwaad is altijd ‘de ander’. Erdogan verwenst de Koerden, Trump minacht de Mexicanen, Netanyahu haat de Iraniers, Modi, de premier van India, hakt het liefst buurland Pakistan in de pan, Assad veracht de amerikanen, en ga zo maar door. Het mannelijk geslacht lijkt er niet zo goed in in tijden van crisis enige subtiliteit aan de dag te leggen. Iedere keer weer bedienen we ons van het ‘voetbal-model’: er zijn twee partijen en er is één winnaar en één verliezer. Andere smaken hebben we niet.
De grootste dreiging wereldwijd is de oorlogsdrift van enkele havikken in de regering Trump. Zijn team bestaat voornamelijk uit generaals en multimiljonairs. Die combinatie levert een gevaarlijke mix op: oorlog en wapenhandel zijn namelijk bij de verre de meest winstgevende business op aarde. Deze week verkocht Trump nog voor 8 biljoen dollar wapens aan Saoudi Arabie. Zolang de oorlog in Verwegistan wordt gevoerd is er voor het eigen volk niets aan de hand. Favoriete vijanden zijn momenteel Iran en Noord Korea, kleine mogendheden met een grote mond maar met betrekkelijk weinig macht. Opnieuw lijkt het alsof oorlog onvermijdelijk is, net als met de inval in Irak 17 jaar geleden. Het leverde een diepe crisis in het Midden Oosten op, een volledig verwoest land, de creatie van IS, een haat en wantrouwen naar westerse mogendheden, en uiteindelijk een enorme vluchtelingenstroom en nog meer verdeeldheid.
Inmiddels zijn Saoudie Arabie, Israel en Amerika zich aan het voorbereiden op hun favoriete vijand Iran aan te vallen, het tweede land van de ‘As van het Kwaad’. Alles wordt uit de kast gehaald om aan te sturen op een conflict. Er worden ‘fals flag’ operaties uitgevoerd en de vijand in de schoenen geschoven. De oorlogsdreiging lijkt reeel.
Of is er dit keer een andere uitkomst? Onlangs kreeg ik een boodschap door van de ‘Grote Witte Broederschap’ die het volgende zei: “There is a possibility of war. We need to tell you this because you need to be prepared. You have the ability to avoid this tendency to a war, because you have an enormous power: by bonding with each other, by connecting with your whole network, to hold the space of love and compassion. While we said before the war in Irak in 2003 was inevitable, we will tell you now that this war can be avoided. Because you have grown so much in the power of light that you can open a portal of light to balance the powers that strive towards discord and duality.”
Keer op keer krijg ik door dat het gaat om het verbinden van tegendelen, van de balans tussen licht en donker, tussen goed en kwaad, tussen de ene en de andere partij. Het vraagt een neutraliteit die niet afstandelijk of ongeinteresseerd is, maar zich juist ten diepste verbindt met de beide tegendelen. Hoe lastig is dat? In mijn werk in Israel en Palestina ben ik inmiddels zover – na 15 jaar – dat ik beide partijen in mijn hart kan sluiten. Maar de strijd speelt zich echter niet alleen in de wereld af, maar evenredig in onszelf. Ik kom in het conflict twee kanten van mezelf tegen die in eerste instantie onverenigbaar lijken: de kant van het slachtoffer, en de kant van de dader. Beiden hebben grote voor en nadelen. Een derde partij is die van de redder, maar ook die kant heeft zo zijn problemen. Je hoeft je namelijk niet volledig te verbinden met de dualiteit. Toch lijkt het zo, om boven de dualiteit uit te stijgen, dat we beide kanten in onszelf mogen omarmen. Een hele klus….maar tegelijkertijd hoopgevend.
In 2016 reisde ik met Jos, Anita, Anne en Annelies naar Noord Korea. Een zeer intense reis, waarin we een gepijnigd en getraumatiseerd land leerden kennen. En ervan gingen houden. Noord Korea was in de vorige eeuw volledig verwoest door de Japanners en daarna door de Amerikanen. Het land sloot zich in haar pijn af en werd volledig geisoleerd van de buitenwereld. Na de olympische spelen vorig jaar kwam daar voor het eerst enige verlichting in. Noord en zuid zochten toenadering. Kim en Moon spraken af. En onlangs ontmoetten Trump en Kim elkaar voor de tweede keer. Maar ook hier speelden de havikken van de VS een duistere rol: in de onderhandelingen legden ze Noord Korea onmogelijke eisen op, en de prille liefde tussen Trump en Kim verstomde.
Opnieuw hebben we besloten naar Korea te gaan, dit keer naar het zuiden. We voelen ons geroepen, ook al hebben we geen idee wat ons boven het hoofd hangt. De reis is geboekt en terwijl ik dit schrijf vlieg ik boven de Altai bergen van Siberie, waar zich onder mij de heilige berg Belucha bevindt…
REISVERSLAG ZUID KOREA REIS,
deel 3
Als ik in het vliegtuig naar Seoul zit ben ik de inspiratie even helemaal kwijt. Waarom gaan we ook alweer? Ik voel helemaal niets. Vreemd is dat toch, dat je geen enkele binding met iets voelt met wat daarvoor zo vanzelfsprekend leek.
Eenmaal in Zuid Korea geland komt het gevoel langzaam weer terug, zowel de schoonheid als de ellende die ik eerder in Noord Korea voelde. Dit keer ervaar ik dezelfde geheimzinnige en onzichtbare controle als in Het geisoleerde noorden, maar waar het daar gaat via undercover agenten en onzinnig machtsvertoon, gaat het hier via vooruitstrevende electronische en digitale systemen. Overal langs de weg hangen camera’s, er staan hele bossen van zendmasten, en overal knipperen politielampjes en controle lichtjes. Iedereen probeert zorgvuldig alle regels na te leven om niet buiten het systeem te vallen. Zuid Korea is niet voor niets het land waar het eerst 5G is uitgerold. Ik krijg een soort nachtmerrie achtig beeld van de toekomst: iedereen is deel van een volledig gecontroleerde staat waar natuur is gedegradeerd tot decor en alles wordt bepaald door de logaritmes van Artificiele Intelligentie. De mens is een pion geworden in zijn eigen creatie.
Gelukkig is ons eerste hotel In een artistieke buurt aan de haven van Incheon. Uit ons raam op de twaalfde verdieping zie ik een levendige buurt onder me met oude huizen , knusse restaurantjes en een tempeltje. Het heeft iets van een koreaans madurodam. Als we ‘s avonds een eerste wandeling maken genieten we van de sfeer en de sychroniciteit. We lopen door een poort van twee gouden draken, staan stil bij een granieten witte leeuw, ontmoeten de eerste en uiterst vriendelijke koreanen, en krijgen een uitleg van de oude Koreaanse vlag. In het midden een soort yin jang symbool en daaromheen de vier symbolen uit de I-ching voor de vier elementen: Aarde, water, vuur en lucht. Ik krijg de eerste channeling door:
“We are very honored to welcome you in this land for the second time. And we know what you did [on the first visit to North Korea], and we have the greatest admiration for you work. We give a deep bow to the three of you and the two others who are not here, but are present in spirit. Welcome to the land of the golden dragon and the white lion. It is in these ancient traditions that we would like to welcome you and to initiate you. There are powers here that are witing. We have been waiting for you to comeback and to give you this initiation: access to ancient powers, access to ancient wisdom. Of course our country in this moment in time is still divided and torn and very much in pain, but we know that the healing is taking place. We know that at this very moment all the ancestors and the wisdomkeepers are involved in this process. That is the crown on a very long history. It will be the foundation for the Buddha Maitreya to come, for this high energy, the Shakti, the feminine energy, to come down on earth to open people ‘s hearts. Enjoy. Enjoy. Enjoy.”
Als ik later weer in het hotel ben, bevangt me echter weer de benauwdheid. De WC heeft, naast de doortrekhendel, 13(!) electronische knopjes die het doortrekken regelen. Met enige argwaan ga ik op de WC zitten…je weet maar nooit. Ik vraag me af of er in de rookmelder geen camera verborgen zit. ( of gaat mijn fantasie met me op de loop?)
De nacht is lang en onrustig. We moeten het tijdverschil nog overbruggen. Ik droom dat de mensen die met Judith Moore samenkomen in Glastonbury een haag maken en ons zegenen op onze reis.
De volgende ochtend wordt ik met een schok wakker. Anita klopt op de deur en vraagt waar we blijven. We hadden om 8.30 afgesproken om te ontbijten, maar Jos en ik zijn nog in diepe slaap. Half slaapwandelend kleden we ons aan. Het plotseling wakkerworden heeft bij mij echter een heel proces in werking gesteld dat de hele ochtend gaat duren: ik voel me onveilig, bang en raak steeds dieper verzeild in oude trauma’s uit mijn kindertijd. Ik voel me niet gezien, niet gehoord en sluit me meer en meer af. Langzaam ontstaat het inzicht dat dit wel eens het collectieve gevoel van het hele koreaanse volk zou kunnen zijn. Met behulp van Jos en Anita raak ik langzaam weer uit mijn emotionele verlamming. Ik moet terugdenken aan het einde van de vorige reis. Het lijkt wel of ik weer oppak waar ik drie jaar geleden gestopt ben.
Toen eindigde onze reis door Noord Korea in de Kumgangsan, de Gouden Bergen. Daar had ik een ervaring van de hel en de hemel. De hemel omdat we in een sprookjesachtig mooi natuurgebied waren, met een diepe spirituele kracht die me altijd is bijgebleven, de hel omdat ik alle pijn van het land ging voelen, en ik ‘s nachts helemaal verlamd in bed lag. Het leverde, nadat ik mijn reisverslag had geschreven, een acute schouderontsteking op, waardoor ik een half jaar niet meer kon schrijven.
Hoewel ik het liefst mijn nare emoties en pijnlijke gevoel van de ochtend opzij wil schuiven – we komen hier immers om ‘te werken’ – besef ik allengs dat dít het werk ís: afdalen in de duisternis, haar helemaal toelaten en haar daardoor kunnen transfomeren, zowel voor mezelf als voor dit land. Diepe pijn komt naar boven, over angst voor het bestaan, angst voor mijn eigen kracht, angst om te zeggen wat ik voel, en achter de pijn gaat een onmetelijke kracht schuil. Ook Jos ondergaat een intens proces. Zo zitten we in de lobby van het Best Western Harbor hotel te snikken van verdriet, pijn, liefde en diep inzicht in de krachten die door ons heen werken. Het veld opent zich, en het belang van onze reis wordt duidelijk voelbaar. We stemmen ons af op de mensen die in gedachten bij ons zijn en zijn intens dankbaar. Alleen zouden we dit niet kunnen. Je hebt elkaar nodig om door het duister heen naar het licht te kunnen gaan.
Pas laat in de middag vertrekken we, richting het zuid oosten, op weg naar Sobaeksan, een natuurgebied met een oude boedhistische tempel. Het weer wordt steeds slechter en de lucht steeds donkerder en onheilspellender…
REISVERSLAG ZUID KOREA REIS,
deel 4
Ik word steeds dieper het persoonlijke proces ingezogen. Tijdens de nacht in de guesthouse in een stadje midden in Zuid Korea worstel ik met mijn demonen. Ik word moe en lusteloos wakker. Ik heb geen enkel idee meer waarom ik hier ben. Of zou dat liggen aan het feit dat onze guesthouse 5G heeft? Jos heeft eveneens nauwelijks geslapen. De jetlag werkt nog steeds door. We stemmen opnieuw af en diverse inzichten komen door. Gelukkig. Ik ben er nog lang niet uit maar er komt weer licht aan de horizon. Ik krijg een boodschap van Judith door:
“Hi there everyone, my children, you know I am with you, fully, fully in this moment, this hour of revelation, the revelation of the Prophecy. Know that you are doing the right thing, don’t doubt a second about it. I know it is difficult because you go through dense fields, dense matter, but you have to look through the matter into the essence of the things. The truth is behind the surface. If you could see what I see from this distance, I only see energy. Energy lines creating tracks. And you are creating a track, a very clear track through the country, connecting points and thus opening a pyramid of light. You’ve been doing this through North Korea and South Korea. You are connecting these different countries who are connected through this center piece, China, Russia, Japan, US. They are the four corners, they are the four elements to turn the key. But the key is over here, this is the yin-yang, the central element which turns the axis of creation. There’s a chance of polarisation. When you bring the two forces together, male-female, yin-yang, plus or minus, an incredible force is unleashed, which goes through all of creation. It’s a vibrant frequency, it’s a frequency of life love force. It’s the Great Goddess emanating herself through the womb, through the yoni. It’s this water of life bursting force when you unite the two. We are all working with you to support you. So trust your work.”
Na de afstemming en meditatie pakken we onze koffers en gaan op pad. We gaan deze dag een tempel bezoeken die ik in het boekje van Korea had gevonden. Mijn oog viel er op, en ik voelde dat het een belangrijke plek was. Maar ook van dat gevoel is niets meer over. Eerst komen we per ongeluk bij een paragliding club terecht, en als we de vallei van de tempel eenmaal gevonden hebben, is de ingang bij de parkeerplaats zo’n toeristisch gebeuren dat ik me afvraag of het het wel allemaal waard is. ‘Zullen we niet gewoon doorgaan?’ vraag ik Jos. Jos heeft hetzelfde gevoel. Het lijkt een zinloze exercitie. Anita heeft inmiddels koffie geregeld. Precies op dat moment komt er een pendelbusje aan en de chauffeur gebaart ons in te stappen. Het brengt ons een stuk de bergen in naar het tempelcomplex. In een nauwe vallei staan diverse tempels die in bonte kleuren zijn geschilderd.
Langzaam komt er een sprankje licht in mezelf. Ik besluit het pelgrimspad in stilte omhoog te lopen. Het doet me denken aan de tocht die ik ooit hand in hand met Anne liep in de Kumgangsan. In onze oordopjes klonk de mantra van Ohm Mni Padme Hum. Ik zing het zachtjes terwijl ik verder loop. De tempels zijn van een grote schoonheid. Zou het kunnen dat de toeristische parkeerplaats en mijn innerlijke strubbelingen slechts demonen zijn die me proberen af te houden van mijn werkelijke doel? Ik had het bijna opgegeven.
Stap voor stap ga ik verder. Anita en Jos volgen me, maar ik zie ze niet meer. Ik kom langs een gigatische tempelhal waar een paar duizend monnikken in kunnen. Het zal ongetwijfeld de moeite waard zijn, maar ik heb besloten me niet meer te laten afleiden. Ik ga gestaag de weg omhoog naar de top. Daar, bovenaan, ligt de ‘Teacher Temple’. Na enige minuten ontwaar ik de meest fantastische tempel, die wel drie verdiepingen hoog lijkt. Hij is in schitterende kleuren beschilderd. Mijn gemoed wordt steeds lichter, steeds vrijer. Ik stijg uit boven de demonen, ze hebben geen vat meer op me.
Vlak voor twee stenen tempelwachters blijf ik staan. Ik bedank ze voor de uitdaging. Dan doe ik mijn schoenen uit en ga de tempel binnen. Een gigantisch gouden boeddha beeld van de lokale guru staat midden in de tempel. Daaromheen staan tien hoge pilaren van hout die uit reuzen van bomen zijn gehouwen. Bovenop de houten pilaren bevinden zich een viertal wild schuimbekkende draken die het dak dragen.
Alles blinkt van het goud, maar niet op een vervelende manier. De energie in deze tempel is van een allerhoogste soort. Ik zet me neer in meditatiehouding en word direct in een hoge frequentie opgenomen. ‘Buig,’ hoor ik zeggen. Ik zie andere mensen op de grond buigen, maar ik aarzel. Ik ken de beste man die hier als buddha wordt afgebeeld niet eens. ‘Buigen voor de leraar betekent buigen voor de leraar in jezelf,’ krijg ik als antwoord. Als ik het doe voel ik opeens hoe de man een goddelijke principe dient dat door hem heen stroomt, en dat ik datzelfde doe. Ik herken me in zijn werk en ben dankbaar dat ik hier zit. In gedachten voel ik Jos en Anita naast me.
De energie wordt steeds sterker. Ik zie achter de man een grote zon opstijgen, en het vrouwelijke principe openbaart zich. De bron van levensenergie begint te stromen. De godin van Zuid Korea staat op en buigt zich naar de godin van Noord Korea die ik ooit heb gevoeld in de Kumgangsan. De twee zusters omhelzen elkaar; het vredesproces wordt gestart. Dan zie ik opnieuw de vlag van Korea: de vier elementen en de yin/yang zijn een sleutel die begint te draaien. Het yin/yang symbool lijkt een soort DNA te zijn dat de codes bevat voor de nieuwe toekomst. Tranen stromen over mijn wangen van ontroering. Dan zie ik vier landen als schakels om korea heen staan: China, Japan, Rusland en de VS. Japan biedt zijn verontschuldigingen aan voor de verwoesting die ze hebben veroorzaakt in Korea. Het mannelijke Japan kan zich opnieuw vereningen met het vrouwelijke Korea. Ze horen bij elkaar, twee kanten van dezelfde medaille, twee landen die dezelfde zee omsluiten.
Jos en Anita komen de tempel binnen en gaan naast me zitten. Als we later uitwisselen vertellen ze dat ze onderweg naar de tempel een ring rond de zon hebben gezien, een werkelijk subliem natuurverschijnsel. Voor ons alledrie wordt duidelijk dat hier een diepe inwijding en een belangrijk proces heeft plaatsgevonden. Van lood naar goud: van innerlijke demomen naar de manifestatie van de Buddha natuur, in en om ons heen. De zon met een cirkel eromheen wordt daarna nog een keer zichtbaar, in directe lijn achter de ‘temple of the teacher.’
Ik ben dankbaar dat ik dit werk mag doen, ook al brengt het me soms naar de meest duistere gebieden. Maar de transformatie die het me oplevert is van een grote schoonheid, en wellicht eveneens van een grote betekenis voor het land.
Als we na ons bezoek op weg gaan naar de zee die aan Japan grenst, aan de oostkust van Korea, maken we een prachtige tocht door een sprookjesachtig en lieflijk landschap. Het zonnetje schijnt, we zijn moe maar voldaan en klaar voor ons bezoek aan de Kumgangsan.
REISVERSLAG ZUID KOREA REIS,
Deel 5
Als we aan de andere kant van Korea aankomen, zien we de East Sea liggen, die grenst aan Japan. Het klimaat is hier warmer en de kust is prachtig. Ons hotelletje, Mr Slow, kijkt direct uit op het water. Als we in de ochtend afstemmen maken we contact met Japan, land of the Rising Sun. Anita laat een foto zien van de zonsopgang: een witte bol licht in een oranje lucht. De zon die hier uit zee oprijst lijkt symbool te staan voor het nieuwe bewustzijn, het nieuwe licht dat de aarde mag beschijnen. We voelen ons alledrie als herboren.
In de meditatie verbinden we China, Rusland, Japan en De Verenigde Staten, de vier grootmachten die van belang zijn voor Korea. Het lijken de vier elementen te zijn op de vlag van Korea: Aarde, water, vuur, lucht. Als alle vier verbonden worden kan het vijfde element zijn intrede doen, en de splitsing tussen Noord en zuid korea geheeld worden.
De tarot kaarten die we die ochtend trekken spreken over Transformatie van het verleden, en het belang van het innerlijke kind. Het kind dat weer mag spelen, dromen en geloven in magie. Korea heeft de energie van het kind, maar het is bruusk verkracht en verwond in de vorige eeuw door Japan en de VS. Noord Korea heeft zich overgeven aan het communisme en zich totaal afgesloten van de wereld. Zuid Korea is daarentegen helemaal in de ban geraakt van het kapitalisme en is een hoog technologische samenleving geworden. Maar het innerlijke kind lijkt daarmee enigzins Infantiel jn zijn geworden. Puurheid en kinderlijke onschuld worden aan banden gelegd door technologie en strikte regels. De grote liefdeskracht Eros is tot het kinderlijk engeltje Cupido verworden. Overal zie je wat kinderlijke beelden van poppetjes, symbooltjes van mannentjes en vrouwtjes die je uitleggen hoe je je moet gedragen. Een digitale dicatatuur met een suikerzoet sausje. Alles even lief, maar daaronder gaat een akelige waarheid schuil.
We zijn ons daar echter allerminst van bewust, als we genieten van onze ochtend. We nemen een duik in de ijskoude zee, en zien aan de horizon de uitlopers van de Kumgangsan. Daar ligt Noord Korea met een streng bewapende grens ertussen. Het verschil tussen beide landen is extreem. Drie jaar geleden waren we aan de andere kant, en waren we blij dat we voor een paar minuten wifi- verbinding hadden waardoor we naar huis konden bellen. Nu word ik naar van alle digitale zendmasten, 5G netwerken en electronica. Maar de echte verschillen zijn nog veel schrijnender, als we denken aan het noord koreaanse volk dat gebukt gaat onder een afschuwwekkende onderdrukking en armoede.
‘S Middags begeven we ons naar ons volgende hotel, Kensington Stars Hotel, dat in een bijzonder natuurpark ligt, Soreaksan. Anita – die de meeste logistieke zaken van onze reis regelt, van tickets, huurauto tot het boeken van hotels – heeft een goedkope deal gevonden in het normaal perperdure hotel. Als we binnenkomen zijn we verrukt: een hotel dat helemaal in oud engelse stijl is ingericht, een piano die vanzelf speelt, een prachtige lunchzaal, waar foto’s hangen van Prins Charles en lady Diana, en een bar die gewijd is aan de Beatles. ‘Toch klopt hier iets niet,’ zegt Anita tijdens de lunch. Ik vind het jammer dat ze het sprookje doorbreekt, net nu ik mijn eigen innerlijke kind weer de ruimte heb gegeven. Maar ‘s nachts pas begrijp ik, en voel ik, wat ze bedoelt.
Op Google lees ik: ‘In 652, the sixth year of Queen Jindeok’s reign during the Shilla Kingdom, Master Jajang founded a temple in the place where Kensington Hotel is currently located. However, this temple was burnt down in 698 and rebuilt on another location.’
De oorspronkelijke tempel stond dus op de plaats van ons hotel! Een spirituele plek wordt verruild voor een luxueus engels hotel, dat enigzins uit de toon valt in Korea. Inderdaad, er klopt iets niet, maar wat? We stemmen af op een bankje voor het hotel.
“Welcome in the Golden Palace. It is here that I reside. In this house of mirrors. It’s in the ethereal realm, which is another dimension beyond the physical dimension which you can see as human beings. I am the Queen of the Fairies and the Angelic Beings, the devas and the minerals, the angels and the boddhisatvas and all the buddha’s that have come before. It is in this place of eternity that we make contact to you in the temperal world, where time is ruling and where everything has a beginning and an end. We retreated in this other realm, which is located in the Kumgang San; but it is actually beyond the Kumgang San. But here’s an important entrance, a portal to this divine energy of the feminine, of Quan Yin, the Merciful.
By the three of you you open the gate again between the worlds, so you can travel beyond and back. By opening this gate a large river of life force enters this world. By opening the gate you remember where you came from. Your home is the eternal being of your soul and by remembering the eternal being of your soul you become enlightened in the being that you are now, as a fragment of that soul. But it is so much bigger.
We give you this image of this enormous golden palace, with so many rooms, with thousands of rooms, where all creation takes place. Each room has a specific task and mission for this world, for your world, to create trees and water and fire and rocks. Everything is kept in the perfect order of the paradise matrix. By entering into this palace you start to remember paradise, and by remembering you recreate the Garden of Eden. Left is right and right is left, under is upper and upper is under. All things are created in a paradox, in its counterpart, male is female and female is male, the wiseman is the child and the child is the eternal wise being.
To go forward on your path you have to retreat. To go quicker you have to go slow. To become more powerful you have to become more humble. To be like the gods you have to be utterly human, because thus that is you. You are the gods that have forgotten who they are. When you wake up you will remember the power that is in you and that is able to create anything that you long for. Namaste.”
Laat in de middag gaan we het natuurpark in. Hier is dezelfde natuurpracht als in de Kumgangsan in Noord Korea, maar in tegenstelling daarmee heeft dit park een hoog Efteling gehalte. Er staat een immens bronzen boeddha beeld dat er geplaatst is voor de eenwording van Noord en Zuid Korea. Vlak daarachter ligt een oude tempel. Er staan drie gouden beelden in: de Amitabha boeddha, Avolikiteshvara en the Vairocana buddha. We doen een meditatie maar op de een of andere manier voel ik geen verbinding. Buiten gaan Jos en ik tegenover elkaar staan, met de handen uitgestrekt boven ons hoofd tegen elkaar, zodat we een poort vormen. Ik had dit beeld gezien voorafgaand aan de reis. Ik voel hoe de verbinding met noord korea wordt gelegd, maar het blijft allemaal wat vlakjes. Mijn verukkelijke stemming van de ochtend tuimelt langzaamaan naar beneden. Ik lijk wel een jojo in dit land, van het ene uiterste in het andere.
Als we gaan slapen in onze luxe kamer, voorzien van gouden kranen in de badkamer, wordt langzaam de gruwelijke onderstroom voelbaar die achter alle schone schijn schuilgaat. Ik word midden in de nacht doodziek wakker. Ik probeer naar de badkamer te strompelen, maar voel me wankel. Jos helpt me. Ik vermoed dat ik een soort voedselvergiftiging heb, maar al snel begrijp ik dat het met de energie te maken heeft die we die middag hebben opgeroepen. Ik voel de pijn, de ellende en de afschuw van Noord Korea door mijn lijf heen gutsen. Waarom werkt dat mij toch altijd zo heftig en fysiek? Ik ga weer op bed liggen en ga innerlijk aan het werk. OK, als dit mijn taak is, dan maar aan de slag.
Ik zie ons drieën als Neo, Morpheus en Trinity de matrix ingaan en een duister gebied betreden. Ik ben terug in het park, wetende dat we iets moeten zoeken, maar wat? Dan richt mijn aandacht zich op de ‘Boeddha steen’, die ergens in de tempel lag. Dat is wat we nodig hebben, ook al weet ik niet waarom.
Ik word ziek en uitgeput wakker. Ik haat inmiddels dit hotel, met zijn fake inrichting, zijn piano die maar niet ophoudt en zijn grote buffetten. Ik kan geen eten meer zien.
Als anita en jos gaan ontbijten kruip ik terug in bed. Ik ben verzwakt en kan alleen nog maar slapen.
We moeten echter terug richting Seoul, want we hebben nog maar een dag te gaan. Het programma is strak gepland. Ik ga op de achterbank in de auto liggen, onze zwarte geblindeerde Sonata, en sluit mijn ogen. Ik kan niets meer. Alle energie is uit mijn lichaam weggestroomd. Anita rijdt en Jos kijkt op de kaart. Als eerste locatie onderweg gaan we naar het geografische middelpunt van heel Korea, dat we op de kaart gevonden hebben. Het is de plek waar we de boeddhasteen moeten achterlaten. Hier vindt het laatste deel, de apotheose, van onze reis plaats.
REISVERSLAG ZUID KOREA REIS,
Deel 6
Terwijl ik op de achterbank lig van onze zwarte limousine, ziek en zonder energie, denk ik terug aan hoe dit verhaal jaren geleden begon. Tanja Abbas kwam mij een voetwassing geven, die eindigde in een enorme huilbui. Ik zag het beeld van een oude vrouw in een tempel in Korea, die me vertelde hoe haar volk leed. Ze vroeg me te komen en enig licht te brengen in de duisternis. Nu lag ik zelf gestrekt, achter in de geblindeerde auto, waar in noord korea alleen de partijbonzen in rond rijden.
Ik was dankbaar voor het gezelschap van Jos en Anita. Anita die zo toegewijd is aan dit werk en op deze reis alle aardse, praktische zaken voor haar rekening nam. Jos, die net als ik hooggevoelig is voor de pijn en het lijden van anderen, en daarin als geen ander verzachting en inzicht kan brengen. Hij is een ware meester van bewustzijn, door vele mensen gewaardeerd. Samen hadden ze de kosten van mijn ticket naar Zuid Korea betaald, toen ik vertelde dat ik daar geen geld voor had. Beiden waren ook teamlid van de eerste reis naar Noord Korea. We hadden maanden van tevoren al afgestemd en ter plekke waren we naar drie locaties gegaan om energetisch werk te doen: de hoofdstad Pjong Yang, de vulkaan Paektu in het noorden en de Gouden bergen, de Kumgangsan, in het oosten. We hadden de verschrikkingen en de enorme isolatie van het noord koreaanse volk aan den lijve kunnen voelen.
Nu reisden we via de hoofdstad van Zuid Korea, Seoul, in het westen, via de boeddhistische tempel in het zuiden, naar de oostkust waar het park Soreaksan ligt, verbonden aan de Kumgansan. We maakten als het ware een lemniscaat door het land, om uiteindelijk in het midden uit te komen: het geografische centrum van heel Korea. Leuk idee, alleen was ik tot niets meer in staat.
Bij aankomst troffen we een ‘planetary observatory’ aan: een uitkijkpost naar de sterren. In de ronde tuin daarachter lag een maquette van graniet van de twee Korea’s. Daarboven hing een grote gouden pendel die het geografisch middelpunt aangaf. We waren in het centrum van het centrum. We liepen er wat omheen, maar al snel kon ik niet meer staan en ging in het gras liggen. Met één hand raakte ik het graniet aan: Noord Korea. Jos stond aan de andere kant, bij Zuid Korea. Anita stond op de plek van de Oostzee, in de richting van Japan. Zonder dat we het doorhadden waren we in de dagen ervoor in deze opstelling terecht gekomen. Ik lag voor pampus voor Noord Korea, Jos vertegenwoordigde het zuiden, en Anita was Japan. We spraken uit hoe we ons voelden, probeerden verschillende constellaties, en voelden hoe we in het hart terecht waren gekomen. Hier, tussen ons drie, lag de sleutel, maar hoe moesten we die toepassen?
Dat werd pas duidelijk toen we laat in de middag doorreden naar het westen. Er stond nog een laatste plaats op mijn lijstje: de oude treinrails die het zuid/ westelijke Seoul met het noord oostelijke Wonsan verbond. Hier was hard gevochten en was de scheiding van het land het meest tastbaar. Maar Anita zag de rit niet meer zitten. Ik zelf eigenlijk ook niet. ‘Moeten we er heen?’ Vroeg Jos.
‘Het is niet dat ik wil,’ zei ik, ‘want ik ben moe en het lijkt te veel, maar ik voel dat het nodig is.’ Kon ik bij mijn intuitie blijven terwijl alles in en om me heen zei dat dit gekkenwerk was? Een heel proces tussen ons drieen ontspon zich met diverse emoties, oude pijnen en obstakels. We zaten midden in de opstelling en de situatie leek muurvast te zitten.
Uiteindelijk zochten we een plek om van de snelweg af te gaan, stil te staan en af te stemmen. We belandden op een parkeerplaats thssen de snelweg en een tuincentrum met grafbeelden en stenen momumenten in. Daar vielen de laatste puzzelstukjes op zijn plek. Zuid Korea boog voor Noord Korea, Japan verontschuldigde zich voor de oorlog in de vorige eeuw, noord en zuid omhelsden elkaar, de scheding werd opgeheven: alle emoties konden doorvoeld en geheeld worden. Midden op een parkeerplaats omhelsden we elkaar. We hadden het hart gevonden.
Toen we ‘s avonds laat in het Golden Tulip hotel vlak bij de luchthaven aankwamen werden we verrast door een prachtig kunstwerk: voor de ingang van het hotel stond een vrouw met haar armen uigestrekt, in een halve boog die aan beide kanten uitmondde in gouden vlinders: Symbool van transformatie en eenheid, verbinding van tegendelen. We waren verheugd, blij, vermoeid, gelouterd en dankbaar. We toasten op iedereen die ons had ondersteund, en zonder wiens hulp dit niet mogelijk was geweest. Onze reis leek ten einde. Ik voelde me wonder boven wonder helemaal hersteld. In een hip restaurant met veel jonge koreanen gingen we eten. Zouden zij ooit de hereniging – de reunification – gaan meemaken van de twee Korea’s, zoals ooit Oost en West Duitsland herenigd waren? We wisten het niet. We wisten alleen dat onze taak erop zat.
De terugreis van 4 uur naar Hong Kong, 9 uur wachten en 12 uur naar Brussel verliep niet helemaal moeiteloos. Dit keer werd Jos ziek. Hij vroeg in Hong Kong of hij op de luchthaven een luchtje mocht scheppen, maar dat werd bijna een drama. In plaats van hulp werd hij onderworpen aan een protocol omdat het grondpersoneel geen risico wilde nemen door hem te laten vliegen. ‘Geen haar op mijn hoofd die er over piekert hier te blijven,’ zei Jos, protocol of geen protocol.’ De goden waren ons goedgestemd. Jos mocht mee. Anita werd bij thuiskomst ziek. We kregen alledrie ons portie. Op de luchthaven van Brussel stond Anne ons op te wachten, vroeg in de ochtend.
Een week na onze thuiskomst kwamen in Groot Britannie alle leiders van de westerse wereld tezamen om de 75e verjaardag van D day te herdenken. Trump werd als bullie van de klas opgenomen en in zekere zin geaccepteerd door de andere klasgenootjes. Ze waren inmiddels gewend aan zijn kinderachtige, soms botte en ondoordachte optreden. Maar ook hij was deel van ons bondgenootschap. In het verre oosten kwamen Xi Jinping en Poetin bijeen, die elkaar goedgezind zijn. Ongetwijfeld zouden ze spreken over de situatie van noord Korea, dat als laatste communisitsche bolwerk min of meer onder hun hoede valt. Er waren zelfs berichten over een mogelijke toenadering tussen Japan en Noord Korea. Zouden we op tijd inzien dat oorlog en uitsluiting niet het antwoord is op onze problemen, maar dat we met elkaar moeten verbinden om de echte uitdagingen aan te gaan? En is dat niet het werk dat we allemaal te doen hebben: elkaar niet tot vijand bombarderen, maar trachten ons te verplaatsen in de ander, inzicht te krijgen, ons uit te spreken en te zoeken naar een oplossing, hoe moeilijk ook?
De sleutel tot ieder conflict ligt uiteindelijk ergens in het midden, verborgen onder een gouden pendel of simpelweg langs de kant van de weg….daar waar het hart opent, vloeit het hele universum samen.
EINDE
NB. In Hong Kong vond ik het boek van de jonge vrouw die Noord Korea ontvluchtte en daar een verhaal over geschreven heeft. Ze werd bekend door een Youtube filmpje waarin ze vertelt over haar leven in Noord Korea. Ik las het boek in één keer uit in het vliegtuig. Het is een ijzingwekkend relaas van haar leven in ‘the hermit Kingdom’ en haar vlucht via China naar Zuid Korea. Nog nooit zo’n prachtig, huiveringwekkend, intens en moedig verhaal gelezen. Een metafoor voor bevrijding en bewustwording. Een absolute aanrader…!