ANNE 60: MEETING THE WHALES

“I will not join you on the whale tour today,” one of the four men of the group informs us that morning. “I feel like going to Pico, the volcano mountain.” (…) (Read more of the English translation below)

ONTMOETING MET DE WALVISSEN

“Ik ga vandaag niet met jullie mee de boot op naar de walvissen”, laat een van de vier mannen van onze groep ons die ochtend weten. “Ik heb het gevoel dat ik naar de Pico moet, naar de vulkaanberg.” 
De zon straalt, het is de eerste stralende dag van de lente op het eiland Pico. Iedereen haalt opgelucht adem, na zoveel regen en wind. Ook wij hebben geluk, want we hebben inderdaad met de groep een boottocht gepland en die kan enkel doorgaan bij rustig vaarwater. Een vrouw in onze groep probeerde van op de rotsen alvast elke dag walvissen te spotten en ze denkt inderdaad een paar staarten te hebben gezien, maar door echt de wateren op te gaan hebben we meer kans ze ook werkelijk te ontmoeten. 
Het voelt goed dat de man naar de vulkaan trekt. De vulkaan fascineert ons, maar heeft onze volle aandacht nog niet gekregen. Doordat hij er fysiek naartoe gaat, brengt hij de berg volledig in, in onze constellatie. Als vertegenwoordiger van het mannelijke, waar de rest de vrouwelijke wateren opgaat. Het mannelijke en het vrouwelijke samenbrengen blijft een thema tijdens deze reis.

Toen de walvisjacht in 1984 stopte, besloot één van de laatste walvisjagers boottochten te gaan organiseren om mensen de zeezoogdieren te laten bewonderen in plaats van op ze te jagen, en zo ontstond de business van de whale tours – waar we enerzijds naar uitkijken en tegelijk ook wat meewarig over zijn. Toen we verleden jaar op Pico waren, hadden we van de boottocht, die georganiseerd werd door een eco- en diervriendelijke organisatie, genoten. Zij organiseren geen zwempartijen met de dolfijnen en walvissen omdat dit de dieren vooral verstoort. Met de boot wordt naar die plekken gevaren waar de dieren gesignaleerd zijn, maar de boten blijven bewust op een zekere afstand. Of de dieren naar de boot toe willen zwemmen, of er juist van weg, is aan hen. Toch geeft het ‘naar hen toe varen’ ons deze keer toch een onbestemd gevoel van ‘jacht’. We jagen nu op hen vanuit liefde, verwondering, interesse, verlangen om hen te zien. Maar waarom willen we toch altijd naar deze dieren toe, vragen we ons plotseling af? Waarom wil de mens ze zo graag bestuderen? Kunnen we ze niet gewoon laten zijn, zoals ze zijn…?

En toch springt ons hart op als we een tijdje later een paar spermwhales spotten. Daar zijn ze! De dieren waar elk van ons zich op zijn of haar manier op afgestemd heeft. We zien slechts hun vin als ze in de buurt zwemmen, en hun staart als ze beslissen voor twee uur onder te duiken om dieper in het water voeding te gaan zoeken, maar we raden hun enorme lichamen onder het wateroppervlak en hoe ze met hun sonor en geklik met elkaar communiceren en hun jachtgebied scannen. Ze spreken enorm tot de verbeelding, die grote zeezoogdieren die zo’n 50 à 40 miljoen jaar geleden uit aan land levende zoogdieren zouden zijn ontstaan. 

Renata, de jonge zeebiologe die ons van op de boot begeleidt, is een geestdriftige Italiaanse die bijna verliefd over haar dieren praat. Ze vertelt hoe elke walvis een andere staart heeft en hoe het onderzoeksteam een heel aantal van de walvissen uit de buurt van Pico dus al weet te herkennen. 
“Deze walvissen zijn vrouwtjes, die samen een echt zusterschap opbouwen”, vertelt ze enthousiast over de dieren die in onze buurt zwemmen. “Walvissen zorgen voor elkaars kinderen en voeden elkaars baby’s, en ze blijven zusterlijk in elkaars buurt om voor elkaar te zorgen.” Het valt me op dat ze dit vrouwelijke aspect van walvissen zo benadrukt, want zelf heb ik de energie van walvissen altijd geassocieerd met het grootmoederlijke veld van vrouwelijke zorg. Alsof beiden met elkaar verbonden zijn. 

Wat later zien we ook een baleinwalvis met haar baby; de grote en de klein vin zwemmen gemoedelijk naast elkaar. “En oh, kijk daar!” roept Renata plots uit, als we een verder gebied verkennen. “Daar zijn de dolfijnen die ik voor mijn thesis heb bestudeerd!” Waar we verleden jaar veel klassieke bottleneck dolfijnen konden spotten, en kleinere zwarte dolfijnen die speels naast onze boot meezwommen, duiken nu een tiental stevige, zwartgevlekte witte dolfijnen op, op nauwelijks enkele meters van onze boot. 
“Ik heb ze een hele winter niet gezien en daar zijn ze weer!” zegt ze dolgelukkig, alsof ze oude vrienden terugziet.
“Soms wou ik dat ik zelf een dolfijn was”, vertrouwt ze ons later stilletjes toe, en de lichtjes in haar ogen verraden hoe erg ze dit meent. “Ze zijn mijn zielsgenoten.”

Zielsgenoten. We horen het wel eens vaker zeggen, hoe er een nauwer verband is tussen mens en zeezoogdieren dan we durven bedenken. Wat ik me vooral uit de biologieles herinner is dat het embryo en de foetus van de mens in bepaalde groeistadia opvallende gelijkenissen vertoont met andere dieren, alsof we allemaal geënt zijn op een gelijkaardig sjabloon. Ons verbinden met deze zoogdieren helpt ons in ieder geval om in onze geest steeds dieper in de oceaanwateren te duiken, en via die weg ook dieper in ons collectief onbewuste. 

Wij zijn als het ware jullie voorvaderen”, channelt Ton later de stem van de walvissen. “Onze herinnering gaat miljoenen jaren terug. Wij dragen zorg voor de archieven van de oceanen, herinneringen over creatie die in water opgeslagen zijn. Want water gaat over creatie; alle leven vindt zijn aanvang in water. Ook bij jullie, mensen. Alleen zijn jullie vergeten waar jullie vandaan komen en zijn jullie daarom de verbinding verloren met de bron. Om jullie dit weer te herinneren, moet je niet achter informatie aanjagen, zoals jullie doen in jullie bootjes, maar moet je de cellen van je lichaam openen voor het water in jullie lichaam. 
Jullie zijn op onze oproep ingegaan en wij hebben onze wijsheid naar jullie lichamen uitgestuurd. Dat zal tot uiting komen de komende weken en maanden en jaren. Maak je geen zorgen hoe, jullie cellen hebben de boodschap al ontvangen. Als een nieuwe blauwdruk voor de mensheid. Want jullie zullen naar een volgend stadium evolueren, of jullie zullen ten ondergaan. Omdat jullie op elkaar gaan beginnen jagen, zoals jullie ooit op ons jaagden. Vertrouw erop dat alles op zijn tijd helder wordt.”

Wat mij vooral treft, als we het water opgaan, is de immensiteit van de oceaan, de imposante watervlakte die zich anderhalve kilometer diep en tot aan de horizon uitstrekt. “Wat is toch die substantie water?” bedenk ik me, terwijl ik mijn lichaam laat meedeinen met de baren. Wat is dit toch voor een bijzonder iets, dat het tegelijk een enorme massa kan zijn die een land kan overspoelen en gebouwen kan meesleuren, terwijl je er ook in kan met je lichaam, het kan verdampen tot lucht en weer neer kan vallen in druppels. Water is een wezenheid, water is leven, water maakt leven mogelijk. Het zijn zinnen die in me blijven hangen, terwijl ik voel hoe mijn mind de echte betekenis hiervan zo graag zou willen kunnen vatten. Toen ik twintig jaar geleden een maand les volgde over de Veda’s in India, leerde ik daar dat – volgens de oude leer – de vier elementen intelligenties zijn die besloten leven op aarde te creëren. Intelligenties. Ik had het nooit eerder zo bekeken, maar die zinnen vallen me weer te binnen als ik over die overweldigende massa vaar. Mijn brein snapt er nog steeds niets van, maar ik kan niet anders dan stil worden van een magie die me overstijgt. Er zijn aan het ontstaan van leven zoveel zaken die ons te boven gaan.  

Die avond ga ik niet met de groep eten, maar zet ik me alleen in de avondzon, met zicht op de oceaan. Omdat we morgen weer naar Madalena vertrekken, vraag ik me af of er nog losse eindjes zijn die ik nog zeker wil afwerken voor ik hier vertrek. Ik denk aan de rotsblok op het oosten die we voelden in de constellatie van het eiland (zie vorige blog), iets wat nog vastzit. Toeval wil dat mijn darmen al sinds het begin van de reis vastzitten. “Let op je darmen”, had ik in het begin meegekregen, en inderdaad: mijn darmen vertellen me al de hele tijd dat er nog iets in mezelf vastzit dat wanhopig los wil komen. Maar wat? En hoe?

Ik haal me het beeld weer voor de ogen van de vrouw die ik in de stormachtige wateren los moest laten en die in de verwoesting verloren ging – en besluit me deze keer in de vrouw te verplaatsen. Als ‘ik’ de dieperik in stort en sterf, merk ik tot mijn verbazing dat mijn ziel meteen opgaat in het licht. Dat is verrassend! Een stuk van wat verloren is gegaan, is dus in het licht bewaard gebleven. Tegelijk is ook een stuk in de donkerte vastgezet. Iets dierbaars is in de materie gevallen en vindt zijn weg er niet meer uit. Het zet zich zelfs hardnekkig vast, alsof er onwil mee gemoeid is. 
“Volgens mij zit er ook kwaadheid op”, zegt Ton later, als hij erop invoelt. Ook andere aanwezige vrouwen in de groep hadden die kwaadheid in de rotsblok gevoeld. Versteende kwaadheid. Het is niet de eerste keer dat ik het tegenkom. Het is zelfs een verhaal dat me al heel mijn leven achtervolgt. Ik heb die woede in het verleden al meermaals gebruld en uitgebraakt, maar blijkbaar nog niet genoeg…? Hoe breek je los uit een vastgeroest verleden?
Door je niet te focussen op dat vastgeroeste stuk, maar op het bevrijde stuk”, hoor ik die avond als ik het thema bevraag. “Verleg je energie en aandacht van de versteende materie, naar het veld dat de materie overstegen heeft. En handel vanuit dat bevrijde stuk. Dan zal de harde kern beetje bij beetje wegsmelten, als het laatste stukje ijs dat smelt door de warmte van de zon. Je bevrijdt jezelf door te beseffen dat je eigenlijk al bevrijd bent. Alleen heeft de herinnering aan vastzitten zich vastgezet en ontkoppeld van de herinnering aan bevrijding.”

“We moeten ons het vuur en licht herinneren”, hoor ik de vrouw in onze groep weer zeggen. Zij herinnerde zich het licht, ik herinnerde me het donker. Eindelijk kunnen beide weer samenkomen.

(wordt vervolgd)

English translation:
MEETING THE WHALES

The sun is shining, it is the first really beautiful day on the island of Pico since the beginning of spring. And we are lucky, because we have planned a boat trip which can only take place in calm waters. A woman in our group has been spotting whales from the shores of our hotel every day and she thinks she did see some tails, but by actually going out on the water we have a better chance of actually meeting them.
“I will not join you on the whale tour today,” one of the four men of the group informs us that morning. “I feel like going to Pico, the volcano mountain.” His message resonates strongly. It feels important that one of us goes to the mountain, the masculine aspect of the island, while others go to the waters, the feminine aspect. Connecting the masculine and the feminine turns out to be an important theme of our journey.

When the whale hunt was forbidden in 1984, one of the last whalers decided to organize boat trips to let people admire the marine mammals instead of hunting them. This is how the business of whale touring was born – something we look forward to and at the same time we dread it. When visiting Pico last year, we really enjoyed the boat trip, which was organized by an eco- and animal-friendly organization. They do not organize swimming parties with the dolphins and whales because this mainly disturbs the animals. The boats go to the areas where the animals are spotted, but they stay at a distance. Whether the animals want to swim towards the boats or want to turn away from them, is completely up to them. Yet today, while speeding towards them,
we get an unpleasant sense of ‘chasing’. It is true we are now chasing them out of love, wonder, interest and desire to meet them. But still. Why do we so hardly want to meet these animals? Why is man so eager to study them? Can’t we just let them be, as they are…?

And yet… our hearts jump with joy, as we are spotting a few sperm whales near our boat. There they are! Those large marine mammals that have evolved from land-dwelling mammals about 50 to 40 million years ago. As they swim nearby, we can only see their fins or their tails, but we can imagine how huge their bodies are below the surface and how they use their sonority and clicks to communicate with each other in the vast waters. 
Renata, the young Italian marine biologist who accompanies us on the boat, enthusiastically informs us about the sea animals, as if they were her children. “The whales we see here are females, who build a real sisterhood together. Whales take care of each other’s children and feed each other’s babies, and they stay close to sisterly take care of each other.” It strikes me that she emphasizes this feminine aspect of whales, for I myself have always associated the energy of whales with the grandmotherly field of feminine care. As if both were connected somehow.
A little later we also see a baleen whale with her baby; a large and a small fin calmly swim alongside each other. “Oh, and look over there!” Renata exclaims, as we explore a further area. “There are the dolphins I studied for my thesis!” While we could spot many bottleneck dolphins last year, we now meet a dozen sturdy, black-spotted white dolphins, playfully swimming near our boat.
“I haven’t seen them all winter and here they are again!” Renata exclaims, as if seeing old friends again.
“Sometimes I wish I was a dolphin myself,” she confides, her eyes sparkling. “They are my soul mates.”

Soul mates. It is not the first time that we hear about this close connection between humans and marine mammals. What I remember from biology class is that the human fetus and embryo at certain stages of growth bears striking similarities to other animals, as if we were all grafted onto a similar template. 
Whatever may be, connecting with these whales and dolphins definitely helps us dive deeper into the waters of our collective unconscious.

We are your ancestors from a very long time ago”, Ton channels the voice of the whales later that day. “Our memory goes back eons. We take care of the libraries of the oceans, memories stored in water about creation. Because water is about creation, everything starts in the water. Just like you. But since you forgot where you came from, you lost connection with the source. We are here to remind you again of who you are. For this you have to listen closely and receive, not hunt for information, but open up to the cells of your body, to the water inside of you. You came hearing our call, and what has happened is that we have sent out our wisdom into your bodies, which will express itself through the coming weeks and months and years to come. Don’t worry about it, how that will work, it is already installed in the cells of your body. A new blueprint of humanity. Because you will evolve into a next stage – or you will go down chasing each other, like you were chasing us. Trust that everything will become clear within time.”

Looking out over the oceans that day, I try to grasp the deeper meaning of the water element. What a fascinating element it is, that can manifest as a huge mass, as well as evaporate, form clouds, fall down as raindrops… It can overflow us, kill us, carry us, wash and cleanse us… There is no life without water. Water is life. Twenty years ago, when following a month course on the Vedas in India, I learned that – according to the ancient teachings – the four elements are intelligences that decided to create life on earth. I had never looked at them as intelligences before, but today this information comes back to me. My brain still cannot grasp the full meaning of it all, but my heart grasps that, as to the creation of life, there are things that totally transcend our human limited minds.

That evening I decide to skip dinner and retreat in the evening sun, wondering which themes still need further investigation, before leaving for Madalena again, tomorrow. 
Again the rock comes to mind, that I felt on the east of the island (see previous blog), something that is still stuck in the bigger constellation, and in my own body. I recall the image of the woman who was lost in the waters and volcano fire and I wonder what would happen if I would identify with her. Feeling myself being devoured by the cataclysm I see how part of my soul is trapped into the fire becoming hard rock, but the biggest part of my soul is going up in bright light. Wow, that’s interesting! Because it tells me that the greater part of what was lost was preserved in the light. Whereas I had been focusing on the part that was locked in darkness. Something precious has fallen into matter and cannot find its way out. It feels lost and angry and keeps itself stuck. The theme of petrified anger is something that has haunted me for years now. I have indeed roared with anger several times in the past, trying to release it therapeutically. But apparently it is still there. How does one break free from a stuck past?
By not focusing on the piece that is stuck, but on the piece that is free”, a voice inside of me whispers. “Transfer your attention from the petrified core to the much larger field that has transcended matter, and act from that liberated piece. By doing so the hard core will gradually melt away. In fact you liberate yourself by realizing that you are already liberated. Only the memory of being trapped was disconnected from the memory of being free. So all you have to do is reconnect both again.”

(to be continued)

Anne Wislez
Author: Anne Wislez