(English version will follow soon)
Back in Belgium. En wat dat met een mens doet. Na bijna twee jaar onderweg zijn: weer een maandje landen in het oude vertrouwde. Het ouderlijke huis, de getrouwe vriend(inn)en, de afspraken met de bekende garage, de autokeuring, de boekhouder, de gynaecoloog,… Alles wat onderhouden moet worden, komt aan de beurt: de financiën, de auto, het lichaam, de familie- en vriendschapsbanden…
Het doet deugd. Het heeft iets van: hehe, weer even landen. Weer even een veilige vertrouwde omhulling. Het blijft moeilijk uit te leggen hoe het aanvoelt om geen vaste thuis meer te hebben en geen duidelijke bestemming. Steeds weer onderweg zijn is enerzijds heerlijk, anderzijds hangt het aaneen van 101 kleine ongemakken en stressfactoren. Diepe angsten ook, die ik nooit eerder gevoeld heb en die ’s nachts opkomen. De angst om die nieuwe thuisplek nooit te zullen vinden. De angst om al het vertrouwde te verliezen en bruggen te hebben verbrand. Om niet meer te weten hoe nog aan geld te geraken. Waar zijn we mee bezig? Klopt dit wel of houden we ons geweldig voor de gek? Het zijn vragen die ons op tijd en stond naar de keel grijpen. Het ongewisse blijft het ongewisse. En vraagt telkens weer in je hart komen en jezelf afvragen: ben ik bereid dit risico aan te gaan? Ben ik bereid me verschrikkelijk te vergissen, op mijn stappen terug te moeten komen mocht dat blijken? Ben ik bereid het experiment aan te gaan, zonder garanties?
Eenmaal weer op de oude bodem beland, voel ik onmiddellijk de verleiding om weer in die oude vertrouwde groef te glijden. De geruststelling van het bekende. Het omhullende systeem. ‘Doe maar weer gewoon mee met ons, hier ben je veilig.’ Maar met het vertrouwde merk ik hoe ik ook weer ten prooi aan mijn eigen oude gewoontes. The old game, dat onzichtbare net van oude verwachtingen, onuitgesproken musts, veronderstellingen. Good old me… Terwijl het leven al bijna twee jaar ontzettend zijn best doet om me eruit te bevrijden. Hoe hardnekkig toch patronen zijn. Hoe dwingend toch die bestaande structuren die je als vanzelf weer overmeesteren. En ook uitputten, zo blijkt. Want bij het afsluiten van de maand thuis besef ik dat ik vier overduidelijke signalen van mijn lichaam gekregen heb dat ik oververmoeid ben. Vanwaar toch?
Natuurlijk is er de drukte van het land. We leven in overbevolkte gebieden, met veel beton, slechte lucht en weinig natuur, in een gestresseerde wereld die geregeerd wordt door een overactieve mind. Dat alleen al put uit. Maar het oude in mezelf wordt vooral geregeerd door onbewuste schuldgevoelens, merk ik. Die onderliggende kinderangst om niet te voldoen, om in de ogen van anderen te lezen dat ze me niet begrijpen, dat ze me veroordelen, dat er iets mis zou zijn met me, dat ze me zouden afwijzen en ik dus alleen zou achterblijven. De oerangst van uit de clan te vallen. En je dus maar aanpassen aan de verwachtingen van de clan, van het systeem. Hoe onbewust ook, het is zo hardnekkig. En het is zo uitputtend, merk ik deze weken weer. Hoe moeilijk toch om een oud systeem te lossen.
En toch… “Stap aub het nieuwe in”, zei een innerlijke stem me nog, voor ik uit Portugal vertrok. De boodschap was zo duidelijk dat ik hem moest opschrijven.
“New times are beginning”, hoorde ik. “And you are one of them – yes, one of the new beginnings. The old is past now, forget about it, it is gone – in you and outside you. Because what you are on the inside, the world will reflect to you.
Choose the new. Don’t linger in the past. The past is only bringing back the past, you have lived this already. There is no need to repeat it. It would be a loss of time and a big shame. So look ahead to a new future and a new you. Look at the new dawn heralding, because that is who you are. Incorporate the new, embody it, together with others. Form a bulb of new. This bulbe will enlarge – enlarge with every new soul joining, and soon many will come. It will be so large that people cannot overlook it, will have to see it, acknowledge it, try to understand it. And eventually join it – to be part of the new as well.
These are decisive times – yes now, March, April, May, June. Do you make this step? Or do you retreive? The old or the new, that is the choice to be made. What is your choice?”
Ja, welke keuze maak ik? Blijf ik in het oude hangen, of durf ik resoluut die stap zetten naar het nieuwe?
Ik herinner me cursussen energiebeheer in de School voor Westerse Mystiek waar ik jarenlang les volgde. Daar werd uitgelegd hoe we niet alleen zeven chakra’s of energiepoorten in het lichaam hebben, die verbonden zijn met onze menselijke groei, maar ook een aantal onder onze voeten en boven ons hoofd. Elke poort is een inwijding, een stap dichter naar onze verwezenlijking als mens, als poort tussen hemel en aarde. Eén van die poorten boven ons hoofd is het Quid, de poort van het schuldbewustzijn, het karma zo je wil. Die belet ons nog volle toegang te krijgen tot onze zielsinhoud. Als we dit chakra hebben geheeld, geopend, wordt dit een Poort van Satisfactie, waardoor je een veel directer toegang krijgt tot je ziel.
Nu ik weer uit België wegrijd en die diepe vermoeidheid met me meesleep, voel ik hoe dat Quid vraagt om bevrijding. En met elke kilometer die ik verder rijd, langs de Franse kust, besef ik hoe dit lange traject dat ik afleg, er een is van loskomen uit de oude karmische bodem van mijn eigen oude systeem.
“Je karma is rond”, hoorde ik vorige herfst tijdens onze reis door Engeland en Schotland. Met het overlijden van mijn geliefde vader, de dag voor mijn verhuizing, blijkt in mij een belangrijk hoofdstuk afgerond dat ik samen met hem droeg. Een soort herstel dat we samen moesten bewerkstelligen en dat me – vanuit een grote moederlijke bezorgdheid – klonk aan dit ouderlijke grondgebied, waar ik me eindelijk, draadje per draadje, van los mag maken om me te gaan wortelen in iets totaal nieuws. Het is voorbij, en alles in mijn systeem krijgt de tijd om zich aan te passen aan deze nieuwe werkelijkheid.
Mijn vader blijft me heel dichtbij, in dit hele proces. Hij is bevrijd en laat me weten dat ik dat ook ben. En hij wenkt me. Op naar nieuwe horizonten. En ook al weet ik nog niet waar we precies zullen belanden, daar waar ik ben, zal ook hij altijd een beetje zijn.
(To be continued)